Inzoomen op panorama’s Helaas nog steeds online, onze clubavonden. Klein leed vergeleken met wat anderen treft, zoals de clubleden die besmet zijn geraakt met het virus. We hopen allemaal dat ze goed herstellen. Goed om te zien dat de camera’s ook in deze periode veelvuldig uit te tas worden gehaald. En met succes, want René als Kitty zijn met een foto weekwinnaar van de fotowedstrijd van de Brabantse Milieufederatie. André zorgt er ook voor dat anderen fotograferen. Hij toont de foto’s die nu door zijn fotogroep Afasiecentrum van het Archipel Dommelhoef Eindhoven worden geëxposeerd. Daar zitten prima creatieve foto’s bij. De hoofdmoot van de avond is een presentatie over panoramafotografie. Aanleiding om zich daarin te verdiepen was voor hem de vraag om een led-wand in een tv-studio te voorzien van fotowerk. De wand bij Bazelmans in Veldhoven lust afbeeldingen van 6652 x 1176 pixels en heeft dus een beeldverhouding van bijna 1:6 en de foto die hiervoor nodig is, is zeker een panorama (vanaf 1:2). Lastig om een motief te vinden dat zich leent voor zo’n extreem panorama, want zo’n breed panorama moet volgens Berry wel meerdere interessante onderwerpen en beeldelementen bevatten. Met o.a. de Berenkuil is dat wel gelukt. Berry deelt zijn leerervaringen met ons, aan hand van voorbeelden, eigen foto’s en foto’s van clubleden.
Het blijft toch het makkelijkst om een groothoeklens te gebruiken als je breder wilt fotograferen dan normaal. Maar als je die niet hebt, of als die te veel vertekent, in de hoeken niet scherp is, dan is een panorama een mooie oplossing. Een panorama hoeft trouwens niet per se horizontaal te zijn, ook verticaal kun je een panorama maken, zoals een foto van Frank laat zien. Bij een panorama wordt meestal vanaf één punt foto’s gemaakt, waarbij de camera steeds een ander deel van het tafereel vastlegt, met een overlap van ten minste 20%, maar liever nog iets meer. In de computer stikt een programma als Lightroom of Photoshop de verschillende foto’s aan elkaar tot één afbeelding. Veel minder worden panorama’s gemaakt door de camera over een denkbeeldige lijn te verplaatsen en steeds onder dezelfde hoek te fotograferen, bijvoorbeeld om de gevelrij in een smalle straat in één beeld te vangen (lijnpanorama). Rien voegt de tip toe dat dit ook kan door vanuit een rijdende auto met een smartphone in de panoramamodus te fotograferen. Een panorama maken is niet moeilijk, maar er zijn wel wat dingen om rekening mee te houden. De top 5 van Berry’s tips: 1. Maak het niet te breed Als je panorama een duidelijk onderwerp heeft, kijk dan of het minder breed maken van het beeld de foto sterker maakt. In een breed panorama verzuipen de verticale lijnen en andere details. Richtlijn: 3 tot 5 opnamen. 2. Zorg bij de opname over een zo groot mogelijke gelijkenis in de overlappende delen Met een aantal zaken kun je de kans op succesvol ‘stitchen’ vergroten:
3. Maak de opnamen in een lagere resolutie Je computer krijgt het echt moeilijk om al die opnamen in de hoogste resolutie te verwerken. Je eindproduct krijgt ook een enorme resolutie, een die onhandelbaar en praktisch nooit nodig is. Kies bijvoorbeeld voor RAW S, dat scheelt 3/4 van de bestandsgrootte. Vanwege de hoge resolutie van het eindresultaat, hoef je je ook geen zorgen te maken als je fotografeert met een wat hogere ISO-waarde. 4. Gebruik een statief De meeste panorama’s worden van landschappen gemaakt. In de landschapsfotografie is het gebruik van een statief al bijna een ‘must’, alleen daarom zou je er een moeten gebruiken. Voor panoramafoto’s zijn er bijkomende argumenten. Met een statief maak je de foto’s die het best op elkaar aansluiten, zeker als je dat waterpas neerzet. 5. Ben je bewust van het ‘nodal point’ Als je camera roteert om het bevestigingspunt voor het statief onder de camera, dan is de afstand van het onderwerp tot de sensor niet constant. Dat is vooral voor onderwerpen die op korte afstand staan van de camera een probleem, die kunnen niet goed gesticht worden. Voor het beste resultaat roteer je de camera om het nodal point van de lens, het punt in de lens waar de lichtstralen elkaar kruisen. Voor een zoomlens verschilt dat punt per brandpuntsafstand. Met een instelslede kun je je camera laten draaien om dat nodal point. Ook als je vanuit de hand een panorama fotografeert kun je het best de camera roteren om het nodal point. Dus niet pannen vanuit de heup, zoals je bij filmen zou doen, maar de camera op dezelfde positie houden, je voeten verplaatsen en dan pas de camera draaien.
0 Opmerkingen
Laat een antwoord achter. |
Archieven
Februari 2025
|